Veenendaal kreeg er 680 inwoners bij in 2021

VEENENDAAL Nederland telde op 1 december bijna 17,6 miljoen inwoners. Dat zijn er zo’n 116 duizend meer dan aan het begin van 2021. In het overgrote deel van de gemeenten nam het aantal inwoners het afgelopen jaar toe. Ook in Veenendaal en Rhenen was dit het geval. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het CBS. 

De landelijke bevolkingsgroei lag vorig jaar in lijn met die in eerdere jaren voor corona. In 2020 groeide de bevolking een stuk minder hard omdat de immigratie afnam en er flink meer mensen overleden. 2021 telde ongeveer evenveel sterfgevallen, maar er werden ook meer baby’s geboren dan een jaar eerder. Daarnaast nam de immigratie weer toe en emigreerden er wat minder mensen. 

In ruim acht op de tien gemeenten groeide de bevolking tussen 1 januari en 1 december. Veenendaal groeide het afgelopen jaar met één procent, wat neerkomt op een absolute stijging van 680 inwoners. De gemeente ging van 66.912 Veenendalers op 1 januari 2021 naar 67.592 op 1 december. Rhenen groeide een stuk minder hard (0,4 procent) en ging van 20.203 naar 20.286 inwoners, een stijging van 83 personen. 

De twee gemeentes behoren daarmee niet tot de grootste stijgers in de regio. Buurgemeenten Renswoude (1,8 procent), Ede (1,2 procent) en Neder-Betuwe (1,5 procent) groeiden meer, en Wageningen ontwikkelde zich net als Veenendaal met één procent. De gemeente Utrechtse Heuvelrug had slechts een bevolkingsgroei van 0,1 procent.

(Artikel gaat verder onder de interactieve kaart.)

Op de kaart vind je twee soorten cijfers. Allereerst is voor iedere gemeente bekeken met welk percentage het inwonertal is gegroeid of gekrompen ten opzichte van 1 januari 2021. Een getal boven nul geeft aan dat het aantal inwoners in de eerste elf maanden van vorig jaar is gestegen, een negatief cijfer geeft een daling weer. Ook vind je de absolute groei (in aantal personen) terug.

In een aantal veelal kleine gemeenten is de bevolkingsgroei aanzienlijk hoger dan gemiddeld. Vaak komt dat doordat er in die gemeenten een asielzoekerscentrum (azc) gevestigd is. Vluchtelingen die aankomen in zo’n opvanglocatie, worden namelijk automatisch ingeschreven bij de gemeente waarin het azc staat. Zodra zij deze gemeente weer verlaten, omdat ze bijvoorbeeld een verblijfsvergunning hebben gekregen en elders gehuisvest worden, worden zij weer uitgeschreven.

In het Noord-Hollandse Beemster groeide de bevolking in deze periode met bijna zes procent het hardst. Ook Zoeterwoude, Heumen en Blaricum telden een relatief sterke bevolkingsgroei. Volgens het CBS gaat het hier om kleine gemeenten met relatief grote nieuwbouwprojecten. Ook in de twintig grootste gemeenten was overal sprake van bevolkingsgroei, hoewel het soms maar om kleine percentages gaat. Almere noteerde binnen deze groep gemeenten de grootste groei: 1,4 procent, gevolgd door Amsterdam, Eindhoven en Tilburg. In een klein deel van de gemeenten was dus sprake van bevolkingskrimp. In de Brabantse gemeente Cranendonck werd relatief de grootste daling genoteerd: -1,7 procent. Ook in IJsselstein en Valkenburg noteerde het statistiekbureau een daling van één procent of meer.