Afbeelding
Arjan van den Berg

‘De Ritmeester voelt als een warme jas’

30 september 2021 om 07:28 Kunst

VEENENDAAL De deur staat op een kier. Wie niet beter weet, vermoedt hier aan de Kerkewijk alleen de oplossing voor gaatjes en andere dentale problemen en dat hier tot 2005 sigaren werden gemaakt. Maar de oude Ritmeesterfabriek is ook al ruim tien jaar de plek waar Ameronger Roeland Schweitzer zijn atelier heeft. Hier kan hij zijn gang gaan met de kleuren en vormen.

door Arjan van den Berg

Wie de deur vervolgens opendoet, komt meteen terecht in het begin van de expositie. Elk werk is voorzien van persoonlijk commentaar. Zo is een meer realistisch ogend portret volgens hem een beetje saai. Niet per se omdat het realistisch is. ,,Het leeft niet. Je moet er iets aan toevoegen, er een eigen draai aan geven. Anders kun je net zo goed een foto maken.” Overigens laat Roeland, zoals het een echte kunstenaar betaamt, het meeste over aan de ogen en het oordeel van de kijker. ,,Ik ben helemaal niet bezig met wat mensen in mijn werk zien.”

THEMA Naast wat schijnbaar los bij elkaar gehangen werken, is een deel van de tentoonstelling ingericht rond een thema. Zoals ‘moeder en kind’. Sommige doeken beelden echt een moeder en haar kind uit, terwijl anderen de aarde als moeder tonen en wij als haar kinderen. ,,Kinderen zijn de hoop van de toekomst. Zij moeten het gaan doen met wat wij ervan gemaakt hebben.” Een ander verhaal is een werk dat jaren bij iemand in huis heeft gehangen, maar na het overlijden van de eigenaar terug is gekeerd naar de maker, waarna Schweitzer een nieuw doek maakte op basis van de eerste.

Wie goed kijkt, ziet sommige details terugkeren en dat is niet voor niets. Een kommetje bijvoorbeeld staat voor wat het leven geeft, voor wat ons tegemoetkomt. Een duif staat voor hoop. Bij een bootje zou je kunnen denken dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten of op de levenszeeën en soms woelige baren. De maan, legt Schweitzer uit, staat voor de magie van het leven. De symbolen komen lang niet overal terug. ,,Ik gebruik ze een tijdje, maar daarna niet meer. Dan wordt het te gemakkelijk. Soms zie ik nieuwe dingen of denk ik: hoe kan ik iets anders doen? Dat is het plezier van de compositie. Als het niet tegendraads is, wordt het saai, zit er geen leven in. Er moet contrast in zitten, spanning. Spelen is genieten. Als we niet spelen, zijn we dood, dan is er geen lol.”

Verderop hangen portretten van mensen die een tijdje met Schweitzer zijn opgetrokken. Zijn moeder, een helpende tante, maar ook inspiratiebronnen als wereldleiders of ‘gewoon’ de bakker uit het dorp. Of neem de serie ‘landschappen van de geest’, die niet zo spiritueel zijn als iemand zou kunnen denken.

VERSCHIL WERELDEN Het zijn uit zijn hoofd geschilderde taferelen van bijvoorbeeld het Domplein met de Domtoren in Utrecht, zoals hij die zich herinnert. Opgegroeid in de stad, maar inmiddels al 42 jaar op het platteland wonend, fascineert het verschil tussen die twee werelden hem en dat levert weer schilderinspiratie op. Een enkel werk valt op omdat het wel een boodschap lijkt te hebben. Zoals SOS waarbij een fiets op een helling staat en het niet duidelijk is of die bergop- of bergafwaarts gaat. Het vluchtelingenprobleem is het eigenlijke onderwerp. Schweitzer houdt de kranten bij, maakt zich soms vreselijk zorgen. ,,We moeten heel voorzichtig zijn met deze wereld. Aan de andere kant wil ik geen politiek activist zijn.” Al filosoferend merkt hij op dat de wereld er heel wat mooier uit zou zien als iedereen een kunstenaar of een boeddhistische monnik was, om er vervolgens relativerend aan toe te voegen: ,,Kunstenaars zijn ook lastig volk. Ze zijn individualistisch, kritisch en hebben een grote mond, maar ze zijn bezig iets te maken en schoonheid uit te dragen.”

JOURNALISTIEK We spoelen even zo’n veertig jaar terug naar het begin van de jaren ’80. De nog jonge Schweitzer is al een kunstenaar in hart, ziel en nieren, maar net als nu is een artistieke zucht naar het creëren van schoonheid geen garantie voor goed belegd brood op de plank. Zeker niet als hij, dan toch wel weer op de Kunstacademie, zijn vrouw Katri ontmoet en met haar een dochter krijgt, naast de twee zonen die ze al heeft. 

Omdat hij op school al voor het krantje schreef, was het eerder al een logische stap om de School voor de Journalistiek te volgen. Eenmaal in het gezelschap van zijn gezin pakt hij de journalistiek weer op en schrijft als freelancer voor tal van organisaties en leert bij op allerlei vlakken als financieel management en communicatiepsychologie. Hij vindt het boeiend om even uit de ‘kunstenaarsbubbel’ te komen en als hij echt iets bij kan dragen, maar zijn hart heeft het ten diepste niet. Van de presentatietrainingen die hij daarna geeft en waarvoor hij een eigen Sprankmodel ontwikkelt, wordt hij enthousiaster, net als over zijn romans en het boek over kinderfilosofie die hij schrijft.

INSPIRATIE GENOEG In het begin huurt hij steeds een ander zaaltje in Nederland, maar als hij hoort dat in dit voormalige fabriekspand ruimte is, trekt hij hier in. Later komt daar het atelier beneden bij, maar veel tijd brengt hij daar niet in door. Totdat het c-virus zijn lelijke kop opsteekt. De trainingen komen stil te liggen en Roeland krijgt weer meer tijd om schetsen uit te werken en nieuw werk te maken. Inspiratie genoeg. ,,Voordat ik ga slapen of op de fiets van Amerongen naar hier bedenk ik al wat ik ga doen. Als ik om 09.00 uur in het atelier ben en de hele dag voor me heb, kan ik iets groots maken en als ik maar een uurtje de tijd heb kan ik iets maken uit een serie. Of ik denk: daar en daar moet ik nog iets doen. Ik heb een plan, maar als het mislukt, is het ook goed. Dan kan ik eraan blijven prutsen.”

EINDE RITMEESTERPAND Doordat zijn dochter de presentatietrainingen over heeft genomen, kan hij zich weer helemaal wijden aan het kunstenaarschap. Wie het nieuws een beetje bijhoudt, weet dat de bovengrondse elektriciteitsleidingen binnen nu en een paar jaar ondergronds gaan, wat het einde betekent van het Ritmeesterpand. ,,Toen ik hier in 2011 kwam, zeiden ze al dat het in 2012 tegen de vlakte zou gaan. Nu zou het in 2024 gebeuren. Nu verder zoeken is voorbarig. Ik zit hier fantastisch. De Ritmeester voelt als een warme jas. Zoiets vind ik nooit meer.”

De tentoonstelling is nog te zien tijdens de Kunstroute op vrijdag 1 en zaterdag 2 oktober van 10.00-17.00 uur en op zondag 3 oktober van 12.00-17.00 uur. De ingang is aan de Kerkewijk achter nr. 65 en 67. De deur staat open.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie