Anne Slok, bestuurder van de vereniging Oud Veenendaal en auteur van dit verhaal, samen met Ries van Dijk in de 'huiskamer' van het bruine café. (Oude foto's: archief 't Huchie)
Anne Slok, bestuurder van de vereniging Oud Veenendaal en auteur van dit verhaal, samen met Ries van Dijk in de 'huiskamer' van het bruine café. (Oude foto's: archief 't Huchie)

Veenendaals oudste café blijft een bruine kroeg

28 november 2017 om 22:40 Algemeen

Door Anne Slok, Oud Veenendaal

Veenendaal - Een verhoging in het landschap heet in het Veens een ‘huchie’. Het meest bekende ‘Huchie’ in Veenendaal is het café aan De Nieuweweg. We praten dan wel over het oudste café van Veenendaal. En een écht bruin café zoals je ze nog maar weinig vindt.

Ries van Dijk en Herman Gerritsen, beiden 43, hebben in 2003 de zaak van Siem Gerritsen overgenomen. De historie begint echter al in 1897. In dat jaar is de eerste vergunning tot het schenken van alcohol afgegeven. Er hebben diverse uitbaters in ‘t Huchie gezeten. De meest bekenden waren wel Van Geerenstein (1953-1975) Sukkel (1975-1983) en eerder genoemde Siem Gerritsen.

Sfeer van vroeger

Als je het café binnenkomt dan stap je regelrecht in het jaar 1963. Tiffany lampen aan het plafond, een versleten kaarttafel, een biljart, en in de hoek een paar fauteuils die toen waarschijnlijk al tweedehands waren.

Dit café ademt de stijl en sfeer van vroeger. Ries is een boeiende verteller. “Het plafond,” zo begint hij, en ondertussen schenkt hij een oude jenever voor me in, “is net zo bruin als wat”. “Vroeger kwam Martin de Bruin elk jaar het plafond wit schilderen”. “Daar zijn we mee opgehouden toen het rookverbod in 2008 van kracht werd.”

Op mijn vraag of de kost nog wel te verdienen is vertelt Ries me dat je ook als bruin café met de tijd moet meegaan. Daarom komt er af en toe live muziek, en kan je in een aparte ruimte, waar trouwens de prachtigste schilderijen hangen van de kerk op de Markt en het oude station van Veenendaal, darten. Maar verder zijn er elke week biljart- en kaartavonden. “Ja, en er wordt volop aan schutjassen en bonaken gedaan”. Twee oer-Hollandse kaartspelen. Ook de gehaktballen worden nog gewoon met de hand gemaakt. Grote. “Vroeger,” zo gaat Ries verder, “was er naast het café de slijterij”. “Als je een liter jenever kocht mocht je doorlopen naar het café waar je dan een gratis borreltje kreeg”. “Vaak bleef een klant dan nog wel wat langer”. Nu is de slijterij omgetoverd tot rooksalon”.

Gemeentegrens

De originele, facetgeslepen ramen kwamen bij deze verbouwing weer tevoorschijn. “O, en dat is ook nog leuk om te vertellen. De gemeentegrens liep dwars door het café. De keuken was Renswoude, en het café viel onder Veenendaal. In Renswoude mochten de cafés een uur langer open blijven dan in het Veen. Ja, de laatste borrels werden toen op zaterdagavond in de keuken gedronken en verlieten de gasten daarna het café via de zijdeur”. De ene na de andere anekdote volgt. Zo was er een slager die ooit met een pony binnenkwam, het dier verkocht aan een klant die slachten zo zielig vond, er zelf geen plaats voor had en het toen aan Heimerstein schonk. Of dat de klanten onderling lootjes trokken met Sinterklaas en de Sint dan de meest schunnige gedichten moest voorlezen.

“Ach” zo eindigt Ries, “Ik heb helaas geen foto van haar, maar elke zaterdagavond komt tante Mien koffie zetten. Wij zorgen dan voor broodjes ham en kaas”. Ik vraag wat hij rekent voor deze broodjes, en hij antwoordt met een brede smile: “Dit zijn donder-op-broodjes en die krijgen de klanten van ons”. Ik bedank voor de borrel en het verhaal en loop in vier stappen 2017 weer in.

Afbeelding
Afbeelding
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie