Oud-beleggingsadviseur moet €4,8 miljoen betalen aan gemeente Veenendaal

Veenendaal - Een voormalig adviseur van de Freule-stichting in Veenendaal moet €4,8 miljoen aan de gemeente betalen. Hij is aansprakelijk voor het beleggingsschandaal, waarbij de stichting in 2002 ruim $9,4 miljoen verloor na een mislukte belegging in de VS. Dit heeft de rechtbank in Den Haag vorige week bepaald in een zaak die de gemeente aanspande tegen de oud-adviseur. Het bedrag valt lager uit dan de €6,7 miljoen die Veenendaal eiste. De rechter vindt dat de gemeente bijna €2 miljoen aan kosten onvoldoende heeft onderbouwd.

Huurappartementen

De Haagse adviseur raadde de woningbouwstichting in 2000 aan om in een beleggingstransactie te stappen met de Amerikaanse partij Planetary Investment. Het geld, omgerekend €10 miljoen, kwam nooit meer terug. De Freule-stichting beheerde aan de Kerkewijk huurappartementen voor ouderen. De gemeente draaide aanvankelijk op voor het beleggingsschandaal. Het geld dat de stichting verloor, was bedoeld voor het aflossen van een hypotheek in 2002. En de gemeente had zich in het verleden garant gesteld voor de aflossing van de lening, als de stichting in gebreke bleef.

Faillissement

Om de schade te verhalen, startte de gemeente daarna namens de stichting vele rechtszaken tegen de betrokkenen bij de Freule-affaire: ING Bank, de bestuursleden van de stichting en hun adviseurs, en de accountant. De zaak tegen de Haagse adviseur belandde echter jarenlang in de ijskast, omdat hij in 2004 failliet werd verklaard. Wel ontving de gemeente in 2015 bijna €75.000 van diens curator. Nadat het faillissement was opgeheven, startte de gemeente in 2016 alsnog een nieuwe rechtszaak tegen de adviseur om haar resterende schade bij hem te kunnen claimen. De rechtbank in Den Haag heeft de gemeente vorige week in het gelijk gesteld.
De rechter vindt dat de adviseur ‘hoogst onvoorzichtig’ en daarmee ‘onrechtmatig’ heeft gehandeld tegenover stichting. Daarom moet hij €4,8 miljoen betalen aan de gemeente. Dit bedrag moet worden verlaagd met de €75.000 die Veenendaal in 2015 kreeg uit het faillissement van de adviseur. De gemeente eiste bij de rechter €6,7 miljoen. Maar die haalde daar bijna €2 miljoen van af. De gemeente had dit bedrag, waaronder €1,4 miljoen aan advocaatkosten, onvoldoende onderbouwd.
Dat de onderbouwing was opgesteld door een extern accountantskantoor, maakte niet uit.

Oud-penningmeester

De adviseur is niet de enige die de schade van de gemeente moet vergoeden. Eind 2016 bepaalde de rechter in Utrecht dat de oud-penningmeester van de stichting €6,5 miljoen moet terugbetalen aan de gemeente. Eerder sloot de gemeente schikkingen met ING Bank en de oud-voorzitter. De gemeente heeft de afgelopen jaren beslagen gelegd op gelden en/of andere bezittingen van de oud-adviseur en voormalige penningmeester. Zoals op pensioenuitkeringen en onroerende goederen. Maar het is onduidelijk of de gemeente ook al daadwerkelijk gelden heeft geïncasseerd en zo ja, voor welke bedragen.