Aad de fietser uit Rhenen: ‘De ligfiets heb ik maar weggedaan’

RHENEN Hij fietst al zolang hij als jochie op de pedalen kon staan en deze kon voortbewegen langs ‘s Heeren wegen’. Niet alleen in eigen land, maar trapte ook duizenden kilometers weg in het buitenland. Hij deed dat ook steppend. Zo kent heel Rhenen hem. Nog altijd trapt hij zonder ondersteuning vele kilometers asfalt en andere grondsoorten onder zich weg.

door Henk Jansen

Aad Rodenberg is drie fietsen rijk. Een racefiets waarachter hij een karretje kan koppelen om er voor grote tochten een slaaptent en andere noodzakelijke dingen mee te vervoeren. Daarnaast beschikt hij ook over een gewone dagelijkse fiets, maar de ‘Pedersen’ fiets beschouwt Aad als de grootste parel op twee wielen. ,,Rijden op een Perdersen, een fiets van Deense makelij is steeds een grandioze ervaring. Op deze fiets zit je kaarsrecht. Op het moment dat je een bocht inzet, stelt de fiets zich daarop in. Op deze fiets lijken je benen twee keer zo sterk. Ik mag er graag grote tochten op maken.’’ 

De Rhenenaar maakte zelfs kilometers in een ligfiets. Maar die heeft hij om veiligheidsredenen maar weggedaan. ,,Ik ben een paar keer omgekieperd. Werd banger’’, aldus Aad. Een lange tocht op de step schuwt Aad niet. Op zijn speciaal vervaardigde step ging hij zelfs verschillende keren de verre landsgrenzen over. Zoals naar Slovenië. Tochten in midden Europa. Zoals ook naar Olomouc in Tsjechië. 

,,Dat waren tochten van drie weken. In het Tsjechische Olomouc kwam ik via Hans Burgersdijk terecht. De Wageninger die onder meer de hardloopwedstrijd van Berg-tot-Berg organiseerde en ook lange wandeltochten hield in onder meer Olomouc. In Domzale, een plaats in Slovenië werd ik gespot door de schrijvende pers en zelfs de televisie besteedde er een item aan me’’, zegt Aad. 

De actieve Rhenenaar werd geboren in Bodegraven. Hij werkte als 15-jarige al bij vogelpark Avifauna in Alphen aan den Rijn en kwam als 17-jarige naar Rhenen voor een baan bij Ouwehands Dierenpark. ,,Ik vond in Rhenen eerst onderdak in drie kosthuizen. Eerst bij Bep en Dorus van den Brink aan de Roghairweg. Vervolgens bij de familie Blok. Ries Blok was buschauffeur bij de NBM. Mijn derde kosthuis was bij de familie Bovenschen aan de Torenstraat. De pater familias van dit gezin was postbode.’’

In Ouwehands Dierenpark, waar Aad vijf jaar werkte, had hij een vervelend moment. ,,Ik werd in mijn kuit gebeten door een Maleise beer. Bloeden dat het deed! Maar heb er geen blijvend lichamelijke letsel aan overgehouden. Na Ouwehands kwam ik te werken onder Rhenenaar wijlen El Boushi, destijds professor aan de Wageningse Universiteit. Dat was in de pluimveeteelt. Op mijn 65ste kwam er een eind aan mijn werkzame leven. Na drie kosthuizen vond ik een plek op vakantiepark De Thijmse Berg. Woonde in een caravan. Inmiddels samenwonend betrokken mijn vrouw en ik een flat aan de Rozenstraat.’’ 

Nu wonen ze aan de Kastanjelaan. Naast fietsen en steppen verricht Aad Rodenburg ook vrijwilligerswerk. ,,Ik houd de Cunerakerk schoon. Ik zou echter wensen dat ze mij de sleutel van de kerk gaven, want dan kon ik op andere plekken ook de bezem er eens goed doorheen halen.’’