Ondernemers en gemeente sparren over verkoop op bedrijventerreinen

VEENENDAAL Mag je als ondernemer van alles verkopen wanneer je een bedrijf op het industrieterrein hebt? De grens is vaak vastgelegd door de gemeente in een bestemmingsplan. Maar kan deze vast blijven houden aan die regels. Of moet de markt bepalen? Ook in Veenendaal speelt deze discussie en afgelopen week waren ondernemers uitgenodigd om hun visie te delen.

Veenendaal is trots op haar koopcentrum en probeert met een stimuleringsregeling vooral ondernemers rondom het centrum te verleiden te verplaatsen. Dit moet een compact winkelcentrum opleveren met minder lege winkelpanden. Maar past iedere winkel in een stadscentrum? Voor grote goederen is al een andere plek. Op deze PDV locaties vind je veelal meubelzaken, maar in Veenendaal tevens bouwmarkten en tuin- en dierbenodigdheden. En dan zijn er nog de ABC-goederen: auto’s, boten en caravans. In Veenendaal veel samen te vinden op de autoboulevard. Maar de markt is aan het veranderen en moet de politiek hier in mee of vast blijven houden aan de gemaakte keuzes?

FIETSEN Het voorbeeld dat nu de gemoederen bezig houdt is een bedrijf dat naast auto’s, boten en caravans tevens fietsen verkoopt. Een accessoire voor een auto zoals een fietsendrager mag, dus waarom ook niet de fiets? De ondernemers konden tijdens de werksessie niet tot een eenduidige oplossing komen en er ontstonden pittige discussies. Want waar leg je dan de grens? Mag een grote supermarkt ook op een bedrijventerrein? Vertrekt een supermarkt uit een buurtwinkelcentrum, dan krijgen de overige winkels ook bijna geen klanten meer, meent één van de aanwezigen. Een ander vindt dat de gemeente juist door moet gaan met het versterken van het koopcentrum in het centrum. Wanneer iedereen zich overal kan vestigen weet de klant ook niet meer waar hij heen moet. Daarbij komt dat voorzieningen als parkeren dan tevens veel moeilijker te regelen zijn.

UITZONDERINGEN Aad Verkade, branchemanager bij de Bovag kon de gemeente alleen adviseren te kijken naar een uitzondering voor bepaalde bedrijven. ,,Wij zien over heel Nederland dat de markt, juist in fietsen, erg aan het veranderen is. Je wilt meer fietsen laten zien en het aanbod uitbreiden met transportfietsen tot elektrische bakfietsen. Een koopcentrum is hier eigenlijk niet op ingericht, want je maakt niet makkelijk even een proefrit. Daarnaast zou het mooi zijn wanneer iedere wijk een fietsenmaker heeft, waar je makkelijk even langsgaat met een losse ketting of lekke band.’’ Door een uitzondering voor één specifiek bedrijf of branche toe te staan, geef je ruimte aan de markt zonder alle vrijheden weg te geven, is zijn mening.

LASTIG De verschillende werksessies kwamen tot hetzelfde inzicht, de precedentwerking is lastig. Sta je iets toe, dan mag je de volgende niet weigeren. Voor de gemeente de opdracht om een keuze te maken welke bedrijvigheid zij op haar industrieterreinen wil toestaan. En is er een manier om het koopcentrum te verbinden dat consumenten hier ook blijven komen. 

ADVIES Wethouder Dylan Lochtenberg zag ook dat de ondernemers zelf een goede discussie hadden gevoerd, met meerdere soms tegenstrijdige belangen. En dat een eenduidige oplossing er niet is: ,,We laten het onderzoeksbureau haar rapport afronden en dan kunnen we in oktober een advies bespreken. De planning is dat de gemeenteraad eind dit jaar een keuze maakt. En daar maken we een goede afweging in.”