Afbeelding
BDUmedia
Column

Altijd Wad

30 juni 2022 om 13:06 Opinie

VEENENDAAL Sommige gebeurtenissen zijn onvergetelijk. Onlangs monsterden we aan op een klipper, een tweemaster uit 1917, voor een tocht over de Waddenzee. We stapten op vrijdagavond aan boord in Makkum en passeerden ’s avonds al de sluis bij Kornwerderzand om de volgende ochtend vroeg de Waddenzee over te gaan. We waren uitgenodigd door een schoonzus en haar partner, samen met nog acht mensen die we nauwelijks kenden. Dat zou toch best spannend moeten zijn. Met deels onbekenden op zo’n immens zeilschip met de naam ’Dyabt van Starum’ (Stavoren). Uiteraard moesten we aan de bak bij het hijsen, aantrekken of vieren van de zeilen, het overstag gaan en het strijken van maar liefst vijf klapperende doeken. Want die krijg je niet met een smoesje omhoog. Onder leiding van scheepsmaat Martijn, die ons flink de oren waste als we niet opletten. En er kan heel wat fout gaan, tot en met een blok dat je knock-out slaat of een vinger die in een katrol verdwijnt. Het gebeurde allemaal gelukkig (net) niet.

Na een paar uurtjes onder zeil, vielen we droog voor Vlieland, op ‘de Richel’. Wat een belevenis! We maakten blootvoets een lange wandeling over de zeebodem, bezochten de Wadwachterspost van Rijkswaterstaat. Een paradijs op het Wad, om de vogelbroedplaatsen te beschermen tegen lompe toeristen en vogels te tellen. Bemand door vrijwilligers die daar een week lang verblijven. Dat zou u vast ook willen, maar de wachtlijsten zijn toereikend voor de komende tien jaar. Onderweg raapte ik her en der oesters op die de liefhebbers toen we terug waren op het schip, opslurpten met een wit wijntje erbij. Verser bestaat niet! Toen het schip weer werd opgetild door het zeewater, zeilden we naar Vlieland waar we overnachtten in de jachthaven. Schipper Kees stuurde zijn immense schip schijnbaar moeiteloos door de smalle ingang en legde aan alsof hij achteruit inparkeerde met behulp van sensoren.

We hadden het mooiste weer van de wereld en de meest gunstige wind, zodat we ook helemaal terug konden zeilen naar Harlingen, met alle zeilen bijgezet, tot en met beide kluivers en de bezaan (voor de leken: de meeste zeilschepen hebben een grootzeil en een fok. Zo’n tweemaster heeft ook nog twee kluivers voor de fok en een bezaan achter de achterste mast, boven de roef.)

Op de een of andere manier hielpen de omstandigheden mee aan boeiende gesprekken over werk, (samen)leven, geloven of niet, liefde, verleden en toekomst. En we hebben wat afgelachen. Dat krijg je kennelijk als je samen aan de lier moet draaien, ook als het bijna niet meer gaat, met z’n vieren in cadans de bezaan moet hijsen en aan een beperkt aantal vierkante meters gebonden bent. Het schippersechtpaar en de scheepsmaat droegen volop bij aan de gezelligheid en de diepgang. En dat op een platbodem die niet dieper steekt dan 1 meter 20. Van mij mag het altijd wad zijn.

door Willem de Vos, rector CLV

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie