Natuurrubriek Slenterpaadjes over februari: Met sneeuw genieten in het bos

VEENENDAAL Februari, ook die maand hoort nog bij de winter. Eigenlijk ziet iedereen uit naar het voorjaar. Dat komt door de relatief zachte winter. Maar er ligt toch al een waas over sommige bomen. Denk aan de treurwilgen die hun lange takken vaak tot in het water laten bungelen.

door Aly van Eijk

Februari is genoemd naar de god van de onderwereld Februus. Februari kent de maandnamen: Sprokkelmaand, dolle maand (carnaval) maar ook regenmaand en korte maand.
En er zijn talrijke weerspreuken voor deze maand, zoals: ‘St. Matthijs breekt het ijs, maar wil het ijs niet breken, dan vriest het nog zes weken’.

En er zijn wat jaren geweest dat je lang kon schaatsen. Dan luidde het gezegde: ‘Komt februari met goed weer, dan vriest het in het voorjaar des te meer.’ En als ik mag kiezen: liever nu dan in het voorjaar. Want dan bevriest al wat nét is uitgelopen.

SNEEUW

Sneeuw hebben we in januari gehad. In het bos was het toen echt genieten. Dan loop je daar alleen in een witte stille wereld. Met hier en daar wat sporen van reeën en veel afdrukken van vogels. Met wat geluk ontdek je een ree, die ook meteen verdwenen zijn. Te vlug om er een foto van te maken.

De boomklevers maken al een hoop lawaai. De naam zegt het al: het is net of hij aan de boom zit vastgekleefd. Een uitstekende klimmer die veel handiger is dan de spechten en de boomklimmer. Ook de zwarte specht laat zich flink horen. Vorig jaar waren er erg veel; waarschijnlijk zijn er dan ook flink wat nakomelingen erbij gekomen.

ROOD PETJE

De zwarte specht is de grootste specht die in ons land voorkomt. De vogel is helemaal zwart, op zijn rode petje na. Ieder jaar doet de zwarte specht zijn best om een nieuw nest uit te hakken in een beuk. Over het hakken doen de vogels ongeveer drie weken. En ze doen het samen, al neemt het mannetje wel het leeuwendeel voor zijn rekening. Zo biedt hij met zijn oude hol woonruimte aan bosuilen, boommarters en wie weet wel een eekhoorntje.

Als ze roffelen, is dat wat langzamer. Het duurt iets langer en is iets zwaarder dan bij de grote bonte specht. Denk aan een mitrailleur. Ze vliegen als een Vlaamse gaai: een beetje slordig in een rechte lijn. In het voorjaar geeft de vogel een lachende roep die je meteen herkent: hij ‘roept’ onder het vliegen.
In maart tot in mei leggen ze meestal drie tot vijf eieren. Ze houden van naaldbomen en zijn graag in de buurt van loofbomen.

MIEREN

Eén van de lievelingskostjes van de zwarte specht zijn mieren. En de eitjes die deze insecten produceren, voeren ze aan hun jongen. De zwarte specht broedde voor het eerst in ons land rond 1913, op de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Daar kwam in die tijd meer bosaanplant. Zeker nu met het ouder worden van de bossen neemt hun aantal toe. Kijk en geniet.

Reageren? Mail naar: alyvaneijk@gmail.com.