Stadsdichtersgilde - Daphne Kalff fietst een rondje

het is een warme, slaperige middag

dutjes zijn voor bejaarden

dus spring ik op de fiets

langs het water moest het worden

de Grift,  Bisschof David, Omleidingskanaal, Valleikanaal

het is allemaal goed

richting Rhenen, zonder knooppunten

want ik weet de weg

er staan blaarkoppen in het Binnenveld

flirtende vlinders tuimelen in de zomerzon

een zwerm (roedel, kudde?) ganzen vliegt luid protesterend

omhoog en komt voorlopig niet tot rust

een mevrouw laat haar hond uit op het fietspad

ze mompelt net verstaanbaar: 

het zou verboden moeten worden

ik durf niet te vragen wat, 

stel je voor dat ze fietsen bedoelt

de zon schijnt af en toe

er is hier heel veel lucht

ook wel zwerk genaamd

fijn woord, zwerk

zo droom ik weg al fietsend

tot ik tegen de Utrechtse Heuvelrug 

de hoogspanningsmasten zie

voor het beide voeten-op-de-grond gevoel

of voor nu: op de trappers

de terugweg bestaat voornamelijk uit wind tegen

en de hoogste versnelling om de mierenhoop 

in het centrum van Veenendaal te ontvluchten