Glennis Grace geniet van haar optreden. Bezoekers zullen niet beseffen dat ze dansen op de graven van Britse soldaten.
Glennis Grace geniet van haar optreden. Bezoekers zullen niet beseffen dat ze dansen op de graven van Britse soldaten. Jan van den Brink

Bezoekers Rijnweek dansen op Brits massagraf

3 november 2021 om 07:30 Historie

RHENEN Het was een regelrechte sensatie onlangs op de afscheidsbijeenkomst van Ria van der Eerden, directeur van het regionaal Archief Zuidoost Utrecht (RAZU). In Fort Vechten luisterden de genodigden ademloos naar het verhaal van historicus Fred L. Gaasbeek. Hij gaf uitleg over het hospitaal dat in Rhenen was ingericht tijdens de Eerste Coalitieoorlog.

door Martin Brink

Gaasbeek vertelde over de omstandigheden in Rhenen én waar de doden werden begraven. Wat blijkt: de huidige Veerwei is de plek waar naar schatting drie- tot vijfduizend mannen begraven liggen. De bezoekers van de Rijnweek dansen dus letterlijk op een Brits massagraf. Komend voorjaar wordt over deze vergeten episode een thema-expositie ingericht in het Stadsmuseum Rhenen.

Het verhaal is overigens niet geheel onbekend. Begin jaren negentig werd er al een aantal maal over geschreven. Omdat dit in historische bladen gebeurde, waren het vooral historisch geïnteresseerden en plaatselijke onderzoekers die hiervan kennis namen. Nu lag de situatie wat anders. Vooral ook in vergelijk met de situatie in Vianen, waar vorig jaar een Brits massagraf met soldaten werd ontdekt. Tijdens terreinwerkzaamheden werden een paar skeletten aangetroffen.

STRIJDTONEEL Het werden er van lieverlee steeds meer, in totaal zelfs 81. Onderzoekers waren enthousiast en ontdekten al snel dat het slachtoffers waren van een vergeten oorlog, de zogenaamde Eerste Coalitieoorlog (20 april 1792 - 17 oktober 1797). Dit was een militair conflict tussen revolutionair Frankrijk en een bondgenootschap van Europese mogendheden, later bekend geworden als de Eerste Coalitie. Deze coalitie tegen Frankrijk bestond uit Oostenrijk, Pruisen, de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels-Sicilië, Piëmont-Sardinië en enkele kleinere staten. De Nederlanden waren een belangrijk strijdtoneel van de oorlog. Voor Engeland liep de oorlog overigens dramatisch af.

Door gebrek aan opiaten moest iedereen voordat hij onder het mes ging dronken gevoerd worden, als hij dat al niet was.

Het hospitaal in Vianen was ingericht door en voor Engelse soldaten die op Nederlands grondgebied samen met onder andere het Staatse leger en troepen uit Pruisen vochten tegen de Fransen. De gewonde Engelsen mannen waren tussen de 15 en 30 jaar. Ook gingen ze later naar andere verzorgingsplaatsen, waaronder Amersfoort en Rhenen. Hulp gebeurde onder zeer erbarmelijke omstandigheden, want erg veel medische hulpmiddelen waren er in die tijd niet.

De aangetroffen skeletten werden nauwkeurig onderzocht. In eerste instantie werd gedacht aan een slag tijdens de Tachtigjarige Oorlog maar allengs werd duidelijk dat de restanten van recentere datum waren. In Rhenen werd zo’n hospitaal in het Koningshuis ingericht, het in 1812 afgebroken oude Winterpaleis van Frederik van de Palts. In de jaren dat het als hospitaal in gebruik was, stierven er veel mannen. Zij werden begraven in de tuin, de huidige Veerwei. In oude publicaties wordt gesproken over een grafveld met 1500 personen, de huidige onderzoekers schatten het aantal zelfs op drie- tot vijfduizend.

DRONKEN Historicus Gaasbeek schetste de kommervolle omstandigheden en vertelde gruwelijke details over het Rhenense hospitaal. Door gebrek aan opiaten moest iedereen voordat hij onder het mes ging dronken gevoerd worden, als hij dat al niet was. Er waren velen die de verwondingen niet overleefden of aan andere ontberingen (zoals vrieskou, honger en ziekte) stierven. Bij sommige skeletten in Vianen werden zaagsporen aangetroffen, wat duidt op amputaties. Ook autopsies werden er verricht. Het moet daar al met al een pijnlijke en jammerlijke dood zijn geweest, roemloos eindigend in een massagraf.

GOLGOTHA Hoe het daar aan toeging beschrijft korporaal Robert Brown in zijn dagboeken. Hij meldt dat er zo‘n dertig tot veertig man in het hospitaal in Rhenen stierven. Brown beschrijft hoe daar kuilen van 3 bij 4 meter werden gegraven, waarin de doodskisten rij aan rij werden gestapeld. Was er weer een kuil vol, dan werd die met een laag zand afgedekt en werd ernaast weer een nieuwe kuil gegraven. Door de ijzige kou bleef de weeïge lucht van de dood de manschappen bespaard. In zijn oorlogsdagboek spreekt Brown van ‘een perfect Golgotha’.

En in het onvolprezen boek ‘Aanzien vlek in ‘t Stichtse’ (2001) van wijlen Dick van Manen, die een kroniek van Veenendaal geeft van de oudste tijd tot aan 1840, wordt onder meer gemeld over hoe in 1794 de eerste gewonden in Rhenen arriveerden: ,,In augustus wordt in het Koningshuis een hospitaal ingericht voor zieke en in de strijd gewonde Engelse militairen. Zo nodig zullen ook bepaalde loodsen in de Grebbe voor dit doel worden gebruikt. De begeleidende - gezonde - militairen en de doktoren en chirurgijns worden in de stad ingekwartierd.”

,,De gevolgen zijn rampzalig. De eerste ‘zending’ van tussen de 500 en 600 patiënten komt met wagens naar de stad. Enkele dagen later komen op de Rijn elf schepen vol gewonden aan; nog twaalf of dertien schepen zijn in aantocht. De stad Rhenen wordt overspoeld en de vroedschap kan op geen duizenden meer zeggen hoeveel Engelsen er in de stad en ook in de omgeving bivakkeren. De patiënten sterven als ratten; hun lijken worden bij honderden gedumpt en massagraven buiten de stad. Zo maken ze weer ruimte voor nieuwe gewonden…”

Het is een vergeten oorlog en het is goed om te laten zien dat deze ook in de regio heeft plaatsgevondenTHEMA-EXPOSITIE Maike Woldring, directeur van het Stadsmuseum Rhenen, kent het verhaal en is samen met deskundigen van het RAZU in gesprek om hier aandacht aan te geven. Wel is duidelijk dat komend voorjaar een thema-expositie wordt gehouden in Rhenen. ,,Het is een vergeten oorlog en het is goed om te laten zien dat de eerste Coalitieoorlog ook in deze regio heeft plaatsgevonden. Ook gaan we kijken hoe we bepaalde gebouwen kunnen markeren die hierin een rol hebben gespeeld, bijvoorbeeld bij de inkwartiering van soldaten. Wat heeft dat betekend voor de stad, ook voor jonge vrouwen met de aanwezigheid van al die soldaten?” 

De vondst van de soldaten in Vianen is in de huidige tijd niet zonder gevolgen gebleven. Zijn onderzoekers enthousiast, het gemeentebestuur van Vijfheerenlanden waar Vianen onder valt, heeft duidelijk andere belangen en daar is de juichstemming dan ook een stuk minder. Die zag zich namelijk geplaatst voor een onvoorzien bedrag van 150.000 euro, de kosten voor de opgraving en (verder) onderzoek. 

Rhenens burgemeester Hans van der Pas, ook nog voorzitter van het RAZU, zag de bui al hangen. Tijdens de afscheidsbijeenkomst liet hij al doorschemeren dat Rhenen zo’n financiële tegenvaller niet kan hebben. In een officiële verklaring benadrukt een gemeentewoordvoerder dat ,,wij niet van plan zijn om op die plek te gaan graven. In Vianen zijn de skeletten opgegraven doordat er werkzaamheden waren op dat terrein.” Ook voor het maken van proefsleuven voelt men weinig. Daar zijn dus ook geen plannen voor. ,,Het onderzoek is nog niet afgerond. We nemen er kennis van op het moment dat het onderzoek is afgerond.”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie