Afbeelding
BDUmedia
Column

Theatergedrag

16 september 2021 om 16:33 Opinie

VEENENDAAL Stel dat je nooit in een theater komt, nooit een kerkdienst meemaakt, maar wel af en toe een voetbalstadion betreedt, weet je dan hoe je je in een theater hoort te gedragen?

Vanwaar deze vraag? Die gaat vast niet over mijzelf. Dat klopt. Ik ben enkele keren ‘ambtshalve’ in een voetbalstadion geweest. Zelfs in Newcastle, bij een wedstrijd tegen Arsenal. Het bleek een spectaculaire wedstrijd te zijn, want bij de rust was de stand 5-0 en aan het eind van de wedstrijd 5-5. Van die tien doelpunten heb ik er slechts twee gezien. Zo gebiologeerd keek ik naar het stadiongedrag in de verschillende vakken. En uiteraard was er geen herhaling. Theaterervaring heb ik voldoende en kerkervaring zelfs heel veel, van de kerkbank tot en met de kansel. 

Nee, ik kom erop doordat we onlangs met zo’n 800 onderbouwleerlingen tijdens de introductieweek in de Basiliek waren. Voor een theatershow door twee cabaretiers en een illusionist. Bij een cabaretier schiet je in de lach, applaudisseer je op zijn tijd en houd je verder je snuit. Toch? Jij zit er niet voor de teksten, daarvoor staat de artiest op het podium. 

Daar denken groepen jonge leerlingen toch anders over. Dat kan je proberen te bestrijden, maar dat werkt niet. Je kunt maar beter andere verwachtingen koesteren en bijvoorbeeld niet op stilte rekenen. Dan valt het best mee. Zo’n zaal vol jongeren blijft een beetje rumoerig. Minder dan in het voetbalstadion, maar het haalt het niet bij de kerk. Bovendien moet er na een kwartier al iemand, uit het midden van een rij, plassen en die neemt dan twee vriendinnen mee. Totdat blijkt dat plassen niet aan de orde is en dan moeten zij weer die hele rij door terug. Ik vond de eerste cabaretier met gitaar hilarisch, maar dat zag niet iedereen zo. 

De tweede cabaretier maakte de fout de vraag te stellen ‘wie zit hier vrijwillig?’ Dan krijg je de poppen wel aan het dansen. En de vervolgvraag ‘wie wil hier eigenlijk niet zitten?’ bracht geen verbetering. Het viel me op dat de hele zaal stil werd op de momenten waarop de artiest aan het vertellen was. Vertellen en verhalen zorgen voor rust en concentratie. Liedjes niet, daar kan je gewoon doorheen praten. En grappen nodigen uit om zelf ook grappig te doen. 

Nou hoorde ik toch deze week dat het in Italië bij de opera heel normaal schijnt te zijn dat rijke bezoekers met een vaste plek vooraan in de zaal, als de opera niet bekend genoeg is of de uitvoering hen niet bevalt, luidruchtig ‘bu’ door de zaal roepen (dat is ‘boe’ in het Italiaans, maar het klinkt hetzelfde als bij ons) of andere herrie te maken. 

Helaas heb ik de illusionist niet mee kunnen maken. Maar als ik illusionist was voor zo’n zaal, zou ik de grootste raddraaier naar het podium halen en spoorloos laten verdwijnen. 

door Willem de Vos, rector CLV

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie